Als er een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal gepland is staat men gehuld in een oranje shirt joelend op de tribunes. Dezelfde mensen staan niet in de rij te wachten voor de opening van jouw tentoonstelling. Vaak wordt als reden gegeven dat sport een maatschappelijke functie heeft; dat het mensen verbindt. Volgens mij is dat precies wat vele vormen van kunst ook doet. Waarom is het dan toch zoveel minder populair?
Je hoeft niet gestudeerd te hebben om je tot iets aangetrokken te voelen. Het mooie is juist, als je wel bijvoorbeeld kunstgeschiedenis hebt gestudeerd, je misschien hetzelfde werk interessant vindt omdat goed werk meerdere lagen bevat en voor diverse mensen betekenis geeft. Sport is misschien duidelijker. Er zijn regels opgesteld en het is wat het is. Duidelijkheid, kijken tot hoever je kunt gaan maar beperkt binnen de grenzen. Geen regels is misschien onwennig, maar niet beperkt en het maakt alles mogelijk!
Uiteindelijk wordt vaak een professioneel sporter aangemoedigd en een professioneel kunstenaar tegengehouden of zonde van het geld gezien. Sport is goed voor verbroedering, maar in principe geldt dat ook voor kunst. Dat gebeurd natuurlijk ook wel bij een mooi concert waar je met z’n allen bij danst, een boek of film waarbij je moet huilen of in de beeldende kunst bestaat er Community Art, waar bijvoorbeeld met (vreemde) mensen uit een buurt gezamenlijk iets wordt gecreëerd.
Het punt is niet dat ik iets tegen sport of de populariteit ervan heb. Als beginnend topsporter heb je het hoogstwaarschijnlijk absoluut niet gemakkelijk. Ik verwacht ook niet dat we straks in zwarte shirts gaan lopen als Rothko in het Museum hangt of met rode pollepels gaan slaan als Malevich tentoongesteld wordt, maar ik vraag me af waarom winnende sporters als helden worden beschouwd en creatieve mensen een stuk minder in het nieuws komen. Al vormen beiden een verbindende factor in onze samenleving.
De kunstscène wordt als iets saais, ‘te moeilijk’ of afstandelijks gezien, en voor een deel komt dat door hen zelf. Veel kunstmensen lijken zichzelf zeer intelligent, uitzonderlijk en uniek te vinden. Als je een opening bezoekt dan kom je er meer om gezien te worden in plaats van het werk te zien. Interessant doen om het interessant doen. Maar het komt ook voor deel door dat onze (westerse) samenleving kunst maar vaag, overdreven en ‘zweverig’ vindt, zonde van het geld vindt of een de welbekende ‘linkse hobby’ noemt.
Natuurlijk niet altijd, want ik noem ook maar stereotypen, maar wel vaak. Het frustreert me, omdat ik het zo jammer vind. Het is niet dat kunst voor iedereen is, net zo als breien, pokeren of bergbeklimmen niet voor iedereen is. Er zijn alleen zoveel meningen en vooroordelen. Niet elke voetballiefhebber is een oppervlakkig persoon dat niet tegen z’n verlies kan of een agressieve hooligan en niet elke kunstliefhebber is een ongewassen uitbater of een zelfingenomen geniaal.