Het is woensdagavond en twee uur ’s nachts. Ik moet eigenlijk naar bed, maar toch typ ik nog een aantal dingen voordat ik het weer vergeet. Ik heb al zo veel teksten in mijn hoofd geschreven onder de douche, in bed of op de fiets, en dan denk ik: ‘dat schrijf ik later op’ of ‘dat onthoud ik wel’.
Maar het tegendeel is waar. Ik had laatste een perfecte omschrijving van mijn werk bedacht op de fiets, in het Engels, zomaar uit het niets. Alleszeggend. Geniaal was het natuurlijk. Gewoon. Perfect. Vervolgens dagen later, kon ik me niet meer herinneren wat voor geniale woorden dat waren.
Als je een goed idee niet meteen opschrijft of opslaat, mag je verwachten dat het zó’n goed idee is, dat het later wel weer in je geheugen omhoog komt. Tenminste, dat hoop je dan. Met algemene ideeën gebeurt dat vaak wel, maar specifieke stukken teksten niet. Niet bij mij in ieder geval. Dus ik probeer zoveel mogelijk in een notitieboekje alles bij te houden. Liever nog op losse papiertjes, omdat ik dat prettig vind denken. Woorden. Zinnen die ik goed vind. Maar ook tijdens het kijken van een film wil ik stukjes onthouden en tegenwoordig noteer ik ze in mijn telefoon. Gewoon in de standaard ‘Notities’-app van de iPhone. Daarbij noteer ik ook wie het heeft gezegd, in welk programma of film ik het zag en het tijdstip van noteren. Zo kan ik het altijd weer terugvinden of herinneren wanneer en waarom ik dacht dat het belangrijk was.
Ook gebruik ik de ‘Dictafoon’-app als ik liedjes in mijn hoofd heb, om ze zo zingend vast te leggen. Dat doe ik trouwens al heel erg lang. Een vrij gênant verhaal is dat ik op de middelbare school ook liedjes vastlegde op mijn MP3-speler. Een klasgenoot leende het apparaat om naar mijn muziek te luisteren en hoorde ook al mijn ingezongen nummers. Beschamend, omdat mooi zingen namelijk niet aan mij besteed is. Ik vind het gewoon heel fijn om te doen. Als ik me goed voel, dan zing ik. Dat dus. In ieder geval. Ik dwaal af.
Ik raad je aan om alle ideeën, hoe klein of stom ze dan ook lijken, toch ergens op te schrijven. Soms ben je inspiratieloos en kan je terugbladeren, zodat het je helpt weer verder te gaan. Of je komt het toevallig tegen en denkt: ‘daar kan ik wel iets mee’. Of waar ik het voornamelijk voor doe, is het archiveren van je hersenspinsels. Zodat je over tien jaar, terug kan kijken en ziet dat je toen het plan al eigenlijk had bedacht of de oorsprong herkent van je huidige manier van werken. Het is het vastleggen van je proces.